jack & puck: persoonlijk – Frank Daams

Nieuwsbericht

april 15

Bij jack & puck: persoonlijk delen wij het verhaal van onze ondernemer. Persoonlijke en echte ondernemersverhalen, waarin we er door middel van uitgebreide interviews achter komen wat de drijfveren zijn achter het ondernemerschap van onze opdrachtgevers. Want voor wie doen ze het, en waarom? En hoe zien zij de toekomst voor zich? Zoveel mensen, zoveel verhalen: maar één ding hebben ze allemaal gemeen: ze durven kansen te zien én te nemen.

Deze editie jack & puck: persoonlijk gaat over Frank Daams. Een bijzonder ondernemersverhaal van een man met een ijzeren discipline en één duidelijk doel voor ogen: geëlektrificeerde 4×4 voertuigen in een wereldwijde markt afzetten, met een bedrijf waar hij trots op kan zijn en waar tegenop wordt gekeken. De weg hiernaartoe was op zijn zachtst gezegd ontzettend lastig. Maar ook in tijden waar het lastig was het hoofd boven water te houden, heeft Frank de hoop nooit verloren. Lees in dit interview alles over de ‘weg naar de top’ en hoe het voelt wanneer die eindelijk is bereikt.

Kun je wat vertellen over hoe je bent opgegroeid?

Mijn vader is altijd zelfstandig ondernemer geweest. Hij is zijn bedrijf in landbouwmechanisatie gestart in 1969. Ik weet niet beter dan dat mijn vader een ondernemende man was, met een werkplaats aan ons huis: het was de rode draad in het leven van mij, mijn broer, en mijn zus. Als kleine kinderen liepen wij al rond in de werkplaats met alle tractoren, en toen we wat ouder werden gingen we ook steeds vaker mee naar klanten en leveranciers. Het is ons met de paplepel ingegoten. Maar een eigen onderneming betekent naast heel veel ups, ook veel downs, natuurlijk. Dat was voor mij als kleine jongen al duidelijk.

Wat voor downs waren dat dan voornamelijk?

In 1980 is het bedrijf failliet gegaan. Toen hebben we ons huis moeten verkopen en zijn we helemaal opnieuw begonnen. Dat was een heftige tijd, en toen de onderneming van mijn broer in 2014 failliet ging als gevolg van de crisis, riep dat dan ook een heel herkenbaar gevoel op uit die tijd. Net als mijn vader ben ik destijds direct weer voor mezelf begonnen. Het ondernemerschap trok me nog altijd zoveel meer dan een leven in loondienst.

Hoe zag jouw weg naar ondernemerschap eruit?

Pas in 1999 ben ik bij mijn vader in het bedrijf begonnen. Mijn broer werkte daar toen al een jaar of 15, vanaf de middelbare school. Zelf heb ik eerst een tijdje bij de luchtmacht gewerkt als vliegtuigmonteur van F16’s en ben ik internationaal vrachtwagenchauffeur geweest. In die tijd heb ik de hele wereld gezien. Een ontzettend gave periode, waar je na een tijdje ook wel klaar mee bent: elke keer weer op pad, weg van huis, dat gaat toch tegenstaan. Toen heb ik besloten om in het familiebedrijf te komen werken als monteur. In die tijd waren we al overgestapt van landbouwmechanisatie naar 4×4 voertuigen.

Begonnen als monteur, maar uiteindelijk werd jij al snel het gezicht van het bedrijf. Hoe kwam dat?

Al snel groeide ik uit mijn rol als monteur. Ik kwam in contact met leveranciers, en zette een steeds groter netwerk op. Door mijn vorige werk als internationaal vliegtuigmonteur en vrachtwagenchauffeur sprak ik veel talen en kon ik makkelijk wereldwijde contacten leggen. Hiernaast werd de euro geïntroduceerd, waardoor het nog makkelijker werd om zaken te doen in heel Europa. Zo werd ik langzaam maar zeker het gezicht van het bedrijf. Ik ging naar buiten, naar beurzen, naar afspraken. Mijn broer deed voornamelijk het werk binnen het bedrijf, waar ik steeds meer de man naar buiten toe werd.

Wanneer begon je onderneming echt te groeien?

Op een gegeven moment zijn we distributeur geworden van een groot merk in Australië. Toen kwamen we in contact met grote klanten, zoals Artsen Zonder Grenzen. Het ging zo goed dat we in 2008 een pand bij moesten huren om al onze spullen kwijt te kunnen. De sleutel daarvan kregen we in augustus 2008, en in oktober begon de financiële crisis. Ondanks grote tegenvallers konden wij toen nog zo’n 2 tot 3 jaar werkzaam zijn in Afrika, waar de crisis pas later insloeg. Maar in 2014 was echt klaar, we vielen van de regen in de drup. Toen besloot mijn broer dat hij op deze manier niet verder wilde en hebben we faillissement aangevraagd. Dat was het moment waarop ik zei: dan ga ik ervoor. Samen met mijn vrouw Tineke heb ik het bedrijf doorgezet.

Veranderde jouw rol toen ook?

Ja, ik ben toen eigenlijk pas écht ondernemer geworden. Ik kon groter gaan denken. Waar we in crisistijden echt van dag tot dag moesten overleven, was er nu ruimte om over meerdere jaren na te gaan denken. Dat was een hele ommekeer, maar dat heeft me ontzettend goed gedaan. Wat dat betreft lijkt ik wat betreft ondernemerschap ontzettend op mijn vader. Mijn reactie op de crisis in deze tijd was precies dezelfde als die van mijn vader, 40 jaar geleden. Hoe ouder je wordt, hoe meer je gaat herkennen.

Hoe heb jij jezelf ontwikkeld als ondernemer?

Dat is eigenlijk een heel natuurlijk proces geweest. Ik doe wat ik leuk vind. Ik doe gewoon mijn ding. Als ik het niet meer leuk vind, of als ik het niet meer leuk vind met bepaalde mensen, dan is het klaar. ik ben een ontzettend loyaal persoon, maar mijn respect moet je wel blijven verdienen. En de lat ligt voor mij ontzettend hoog, ik houd van extreme dingen. Ik ben niet snel tevreden. Dat blijkt ook wel uit mijn hobby’s. Ik houd van fietsen, maar dat moet dan wel extreem zijn. Ook heb ik lang aan sleehondensport gedaan. Met 12 husky’s 160 kilometer in de sneeuw, ’s nachts, in Zweden. Van ‘gewone’ sporten krijg ik nu eenmaal geen voldoening. Zo ben ik ook als ondernemer: van een zakelijk succes zal ik geen gat in de lucht springen. Zo ben ik nu eenmaal niet. Daar ligt de lat veel te hoog voor.

Is dat misschien ook wel een beetje die Brabantse nuchterheid die je van je vader hebt?

Dat denk ik wel. Mijn vader was inderdaad ook zo: doe maar gewoon normaal. We houden van uitdaging, maar lopen er niet mee te koop. Maar waarom zou je zachtjes fietsen als je ook veel harder kan?

Ja, waarom eigenlijk niet?

Haha. In 2017 ben ik door dat fanatieke fietsen wel 25 kilo afgevallen. In één keer ging de knop om: het vele vliegen, lange dagen maken, en ongezond eten deed mijn lijf geen goed. Daarom was ik er in een keer klaar mee en ging ik ervoor: gezond eten en veel meer bewegen. Ook dat zag ik als een mooie uitdaging waarbij ik de lat direct hoog legde.

Een ijzeren discipline dus. Herken je dat ook in je ondernemerschap?

Ja, eigenlijk wel. Ik ben erg rechtlijnig. Dat komt ook wel doordat ik vroeger in dienst ben geweest. Ik ben vrij dominant, en dat vindt niet iedereen leuk inderdaad, maar zo werkt het nu eenmaal bij mij. Op een gegeven moment moet je naar de top van de berg – je bent er bijna – en dan zijn er zó veel mensen die nét voor de finish omdraaien. Dat kan gewoon niet bij mij. Niet op de fiets, en niet in het ondernemerschap. Dat staat niet op mijn agenda.

Hoe ziet voor jou die finish eruit?

Al sinds 2014 zijn we bezig om onze producten wereldwijd in de markt te zetten. We bouwen met mijn onderneming 4×4 voertuigen om, die met name voor de mijnbouw worden gebruikt, naar elektrisch. Een fantastisch concept, maar de wereldwijde markt was er jarenlang niet klaar voor. Wij liepen onze tijd ver vooruit. Maar ik wist dat we goud in handen hadden, een concept dat gegarandeerd succes zou opleveren. Maar we moesten blijven doorzetten.

Waarom zette jij door naar die finish, terwijl anderen afhaakten?

Ik had écht het geloof dat het gaat lukken. Anderen verloren die hoop op een gegeven moment. Veel personeel is in de loop der jaren vertrokken Ik probeerde ze er altijd van te overtuigen om aan te blijven haken: want er komt een dag, één dag… dat alles het waard zou zijn geweest. Maar ondertussen konden veel mensen die onzekerheid niet aan. Ze zochten zekerheid en vertrouwen. Dat kon ik ze op dat moment niet bieden.

Recentelijk heb je je bedrijf verkocht aan een Australische investeerder. Voelde dat een beetje alsof je die ‘finish’ hebt bereikt?

Jazeker. We hebben écht 5 jaar lang lopen knokken, getoverd om ons hoofd boven water te houden. Opgeven was geen optie. De droom was er, we wisten dat we met onze business, het ombouwen van 4×4 voertuigen naar elektrisch, goud in handen hadden. We hadden alleen geen uitzichtpunt. Tot een aantal maanden terug. We kregen een telefoontje uit Australië en toen heb ik vrij snel de knoop doorgehakt.

Was dat een lastige beslissing?

Nee, eigenlijk niet. Ik vind ondernemen ontzettend leuk, maar ik ga liever fietsen, hoor. Thuis vind ik belangrijker dan werk. Werk is ook maar werk. Ik wil graag werken om te leven, maar niet leven om te werken. Dat doe ik niet voor het geld, maar omdat ik de route naar de top ontzettend tof vind om mee te maken. Dus die deal was ontzettend gaaf, een echte beloning voor ons harde werk. Wat betreft het ondernemerschap, heb ik wel het idee dat ik met deze deal het begin van mijn pensioen heb getekend. Nu is het tijd voor andere dingen.

Ben je trots op jezelf, als je terugkijkt op de afgelopen jaren?

Ik vind wel dat ik het doel heb bereikt wat ik al die jaren voor ogen had. Na de verkoop van mijn bedrijf ben ik ervan overtuigd dat mijn elektrificerende 4×4 onderneming een grote wereldwijde speler gaat worden, nog veel groter dan dat ze dat nu al zijn. En dan ben ik absoluut trots dat ik dat heb opgezet. Voor mij is de top bereikt: natuurlijk komt er wel weer een volgende berg, een volgende uitdaging, maar voor mijn onderneming zal dat zonder mij zijn. Mijn missie is volbracht, zo zie ik dat echt.

Tot slot: welk advies zou je andere ondernemers mee willen geven?

De lange adem. Verlies nooit hoop. Als je een lekke band hebt, dan repareer je die, en dan ga je gewoon weer verder. Heel simpel. Graag zou ik die mentaliteit later mee willen geven aan jonge ondernemers – hen motiveren om als je ergens in gelooft, er ook écht voor te gaan. Opgeven is dan geen optie.

Volgend bericht

Leer ons beter kennen! Jack